202100270/2/R2.
Datum beschikking: 19 juli 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beschikking van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek van:
de raad van de gemeente Drimmelen,
verzoeker
om verlenging (artikel 8:51a, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij tussenuitspraak van 21 december 2022, in zaak nr. 202100270/1/R2, bepaalde termijn voor het herstellen van de bij die uitspraak geconstateerde gebreken in het bestreden besluit.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 21 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3896, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Drimmelen opgedragen om binnen 26 weken na de verzending daarvan de gebreken in het besluit van 15 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Wildestraat 13" te herstellen. Bij brief van 13 juni 2023 heeft de raad de Afdeling gevraagd om deze termijn te verlengen.
De Afdeling heeft bij brieven van 14 juni 2023 partijen in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren.
Overwegingen
1. De raad heeft gevraagd om verlenging van de hersteltermijn tot 21 december 2023, omdat de raad niet in staat is binnen de gestelde termijn het bestreden besluit te herstellen. Daarbij geeft de raad aan dat er nieuwe ontwikkelingen zijn geweest waarover hij nog geen standpunt heeft kunnen innemen. Zo overweegt hij om het bestemmingplan te wijzigen aan de hand van een nieuwe gewenste situatie, waarbij er geen sprake meer is van een stedelijke ontwikkeling, dan wel overweegt de raad het vastgestelde bestemmingsplan in te trekken. Verder wijst de raad op gesprekken tussen initiatiefnemer en [appellant A] en [appellant B] over een mogelijke terugkoop van de gronden, waarbij het beroep tegen het bestemmingsplan wordt ingetrokken.
2. [appellant A] en [appellant B] hebben te kennen gegeven niet in te kunnen stemmen met een verlenging van de termijn tot 21 december 2023. Volgens [appellant A] en [appellant B] heeft de raad geen begin gemaakt met de uitvoering van de opdracht uit de uitspraak van 21 december 2022. Verder behoeft volgens hen een eventueel besluit om het bestemmingsplan te wijzigen dan wel in te trekken geen termijnverlenging. Ten slotte vinden er geen gesprekken plaats over de mogelijke terugkoop van hun gronden aan initiatiefnemer.
3. De voor herstel van een gebrek in het bestreden besluit bepaalde termijn is een bindende termijn. Slechts in bijzondere gevallen kan na een gemotiveerd verzoek verlenging van deze termijn worden verleend. Het verzoek moet binnen de bij de tussenuitspraak bepaalde termijn worden ingediend.
4. De Afdeling acht in dit geval, gelet op de door de raad gegeven toelichting op het verzoek, een verlenging van de termijn gerechtvaardigd. De termijn zal echter niet tot 21 december 2023 worden verlengd, maar tot en met 26 oktober 2023, omdat de Afdeling deze termijn voldoende acht om de gebreken in het besluit te herstellen. De Afdeling zal daarom het verzoek in zoverre inwilligen en de hersteltermijn verlengen tot en met 26 oktober 2023.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verlengt de bij haar uitspraak van 21 december 2022 bepaalde termijn tot en met 26 oktober 2023.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.
w.g. Hoekstra
lid van de enkelvoudige kamer
De griffier is verhinderd de beschikking te ondertekenen
680-1010