ECLI:NL:RVS:2023:2988
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en proceskostenvergoeding
Op 2 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 9 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 14 juli 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste en dat de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling in overweging moesten worden genomen. Daarom werd besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet zou worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak werd gedaan door mr. J.H. van Breda, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.