ECLI:NL:RVS:2023:3010

Raad van State

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
7 augustus 2023
Zaaknummer
202303818/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake asielaanvraag door vreemdelingen

Op 4 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten om de aanvragen van vreemdelingen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen. Op 12 juni 2023 heeft de rechtbank de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. Hierop hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. H.J. Janse, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris de Raad van State geïnformeerd dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdelingen geen contact meer met hen heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdelingen niet langer bescherming in Nederland zoeken, waardoor zij geen belang meer hebben bij een beoordeling van het hoger beroep.

De Raad van State heeft vervolgens geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023.

Uitspraak

202303818/1/V3.
Datum uitspraak: 7 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdelingen],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 12 juni 2023 in zaken nrs. NL23.13634, NL23.13636 en NL23.13638 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 4 mei 2023 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 12 juni 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. H.J. Janse, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft nader stukken ingediend, waarop de vreemdelingen hebben gereageerd.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris heeft de Afdeling bij brieven van 29 juni 2023 en 13 juli 2023 laten weten dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken. De gemachtigde van de vreemdelingen heeft desgevraagd laten weten geen contact meer met hen te hebben. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdelingen niet langer bescherming in Nederland zoeken. Daarom hebben zij geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Weber
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2023
846