ECLI:NL:RVS:2023:3020
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling
In deze zaak heeft een vreemdeling beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 18 april 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen, zonder vast te stellen dat hij een bestuurlijke dwangsom verschuldigd was. De rechtbank Den Haag heeft op 14 juni 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. T.M. van der Wal, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De staatssecretaris heeft op 13 juli 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact met hem heeft. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert hieruit dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. H.G. Sevenster, in aanwezigheid van griffier mr. J.R. Trox, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023.