ECLI:NL:RVS:2023:3030
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring na hoger beroep staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 4 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 27 juni 2023 de vreemdeling in bewaring gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, had op 3 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel bevolen en schadevergoeding toegekend. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek van de staatssecretaris geen verdere strekking heeft dan het verzoek om te bepalen dat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan het bevel van de rechtbank. Na beoordeling van de aangevoerde argumenten, kwam de voorzieningenrechter tot de voorlopige conclusie dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Daarom zag de voorzieningenrechter onvoldoende aanleiding om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 4 augustus 2023.