ECLI:NL:RVS:2023:3089
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 11 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 23 juni 2023. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 28 juli 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris binnen vier weken een nieuw besluit moest nemen, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep van de staatssecretaris nader onderzoek vergt, mede in het licht van een arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023. Gezien de omstandigheden en de noodzaak voor verder onderzoek, besloot de voorzieningenrechter dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen proceskosten vergoed hoeven te worden door de staatssecretaris. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. van Breda, in tegenwoordigheid van griffier mr. R.H.L. Dallinga, en werd openbaar uitgesproken op 11 augustus 2023.