ECLI:NL:RVS:2023:3097

Raad van State

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
202303397/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de bewaring van een vreemdeling

Op 4 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. Op 23 mei 2023 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend aan de vreemdeling. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 14 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De rechtbank had in haar uitspraak onder andere beslist op een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 106 van de Vreemdelingenwet 2000. De Raad van State oordeelde dat de vreemdeling alleen met betrekking tot de schadevergoeding in beroep was gegaan, en dat er geen hoger beroep mogelijk was tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat dit niet in overeenstemming was met artikel 84 van de Vreemdelingenwet 2000.

De Raad van State heeft geconcludeerd dat de vreemdeling geen redenen heeft aangevoerd die het mogelijk maken om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Er was geen sprake van een eerlijk proces, wat een uitzondering op het verbod op hoger beroep zou rechtvaardigen. Daarom verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en heeft de staatssecretaris geen proceskosten hoeven vergoeden.

Uitspraak

202303397/1/V3.
Datum uitspraak: 14 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 23 mei 2023 in zaak nr. NL23.13649 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 4 mei 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 23 mei 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De rechtbank heeft in haar uitspraak onder meer beslist op een verzoek om schadevergoeding (artikel 106 van de Vw 2000). Omdat de vreemdeling het alleen daarmee oneens is, kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder d, van de Vw 2000).
2.       Wat de vreemdeling in hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
3.       De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Meurs-Heuvel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2023
47