ECLI:NL:RVS:2023:3105
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een inreisverbod dat is uitgevaardigd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 31 juli 2022. De vreemdeling had eerder beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, die op 27 februari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Palanciyan, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de staatssecretaris niet had moeten afzien van het inreisverbod, ook niet vanwege de relatie van de vreemdeling met een vriendin in Spanje. De rechtbank heeft de aard en invulling van deze relatie in haar overwegingen betrokken. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 augustus 2023.