ECLI:NL:RVS:2023:3272
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake bewaring vreemdeling
In deze zaak heeft de Raad van State op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 april 2023. De rechtbank had op 15 mei 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.P.W. Temminck Tuinstra, heeft hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is na de wettelijke termijn van 22 mei 2023 ingediend. De Raad van State oordeelde dat de reden voor de late indiening niet voldoende was om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.