ECLI:NL:RVS:2023:345
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 24 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 14 september 2021 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke aanvraag werd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 20 december 2022 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand hield.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. Y.E. Verkouter, en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2023 en op 25 januari 2023 ter beschikking gesteld aan de partijen.