ECLI:NL:RVS:2023:3457
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod voor vreemdeling
Op 13 september 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 2 mei 2023 afgewezen, de vreemdeling opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. van Elp, heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank Den Haag had op 15 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. In het hoger beroep heeft de vreemdeling betoogd dat de melding 'false' op de EU-VIS-uitdraai een indicatie zou zijn dat het paspoort dat voor het visum is gebruikt, vals is. De Raad van State heeft dit betoog echter verworpen en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de melding 'false' betrekking heeft op de afgifte van het visum door een lidstaat die het reisdocument van de aanvrager niet erkent.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank bevestigt. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 september 2023.