ECLI:NL:RVS:2023:3530
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning asiel
Op 20 september 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 7 februari 2023 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, verklaarde op 23 maart 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Pol, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Het hoger beroep betreft een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord, namelijk over het risico op indirect refoulement van Syrische vreemdelingen die terug moeten naar Denemarken.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing werd vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 20 september 2023.