ECLI:NL:RVS:2023:3789
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en hoger beroep inzake huis- en contactverbod opgelegd door burgemeester
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 oktober 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellante] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. [appellante], die meerderjarig is en bij haar ouders woont, had een huis- en contactverbod opgelegd gekregen door de burgemeester van Den Haag op basis van de Wet tijdelijk huisverbod. Dit verbod houdt in dat zij geen contact mag hebben met haar ouders. De burgemeester verlengde dit verbod op 28 september 2023 tot en met 19 oktober 2023.
De rechtbank Den Haag had op 3 oktober 2023 het beroep van [appellante] tegen deze besluiten ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In hoger beroep verzocht [appellante] de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, specifiek gericht op het contactverbod met haar moeder. Tijdens de zitting op 9 oktober 2023 heeft [appellante] aangegeven dat zij alleen een oordeel wil over het contactverbod met haar moeder, en heeft zij de andere gronden van haar hoger beroep ingetrokken.
De voorzieningenrechter heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat er sprake was van een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van de bewoners, wat de reden was voor het opleggen van het huis- en contactverbod. De hulpverlening was nog niet goed op gang gekomen, en er waren geen concrete veiligheidsafspraken gemaakt. Het contact tussen [appellante] en haar moeder zou kunnen leiden tot een loyaliteitsconflict en het familieconflict zou negatief kunnen uitpakken voor het hulpverleningsproces. De voorzieningenrechter concludeerde dat het contactverbod noodzakelijk blijft om verdere escalatie te voorkomen.