ECLI:NL:RVS:2023:3873
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende afgifte document rechtmatig verblijf
Op 19 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 22 augustus 2023 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor de afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, maar deze aanvraag was op 18 mei 2022 door de staatssecretaris afgewezen. De staatssecretaris had het bezwaar van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard op 21 september 2022.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het bezwaar van de vreemdeling moest nemen, wat leidde tot het hoger beroep van de staatssecretaris. In het kader van dit hoger beroep verzocht de staatssecretaris de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet verplicht zou zijn om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.