ECLI:NL:RVS:2023:4090
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling en afwijzing van proceskostenveroordeling
Op 8 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 3 oktober 2023 geoordeeld dat de vreemdeling, die op 13 september 2023 in bewaring was gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, recht had op schadevergoeding. De vreemdeling had echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat te Oss.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep tegen de uitspraak in zaak nr. NL23.28897, die betrekking had op de bewaring, niet ontvankelijk was. De rechtbank had in haar uitspraak ten onrechte vermeld dat er wel hoger beroep mogelijk was, maar de Afdeling was van mening dat de vreemdeling alleen onvrede had over de schadevergoeding, wat geen grond voor hoger beroep biedt. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
Wat betreft het hoger beroep tegen de uitspraak in zaak nr. NL23.28798, die betrekking had op de afwijzing van de proceskostenveroordeling, oordeelde de Raad van State dat het hoger beroep ongegrond was. De rechtbank had geen fouten gemaakt en de uitspraak werd bevestigd. De Afdeling bestuursrechtspraak verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen in de eerste zaak en bevestigde de uitspraak van de rechtbank in de tweede zaak. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 november 2023.