ECLI:NL:RVS:2023:4168
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen overplaatsing vreemdeling naar Handhavings- en Toezichtlocatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, die op 14 maart 2023 een beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling was overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) op 31 januari 2023. De rechtbank oordeelde dat de overplaatsing rechtmatig was en dat er geen gronden waren om het beroep van de vreemdeling te honoreren. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 november 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de motivering van de rechtbank wordt overgenomen. De Afdeling concludeert dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden.
De beslissing houdt in dat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en dat het COa geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. Verbeek, griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 november 2023.