ECLI:NL:RVS:2023:4192
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 8 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen hadden op 4 juli 2023 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvragen werden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 2 november 2023 de beroepen ongegrond verklaarde. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat hun voorgenomen overdracht op 9 november 2023 om 11:05 uur achterwege blijft. De voorzieningenrechter oordeelde dat, omdat de termijn voor het hoger beroep nog niet was verstreken, het noodzakelijk was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter besloot dat de overdracht op de genoemde datum niet door kon gaan en dat de staatssecretaris de proceskosten van de vreemdelingen moest vergoeden. De kosten werden vastgesteld op € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. van Breda, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 8 november 2023.