ECLI:NL:RVS:2023:4196
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende afgifte document rechtmatig verblijf
Op 10 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 4 oktober 2023 het beroep van een vreemdeling gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont. De staatssecretaris had deze aanvraag eerder op 8 juli 2022 afgewezen en het bezwaar van de vreemdeling op 9 december 2022 ongegrond verklaard.
In zijn verzoek om voorlopige voorziening stelde de staatssecretaris dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat er geen proceskosten vergoed hoeven te worden door de staatssecretaris.
Deze uitspraak is van belang voor de rechtspositie van vreemdelingen die een aanvraag indienen voor documenten die hun rechtmatig verblijf bevestigen, en toont de procedurele stappen aan die gevolgd worden in het bestuursrecht bij het aanvragen van voorlopige voorzieningen.