ECLI:NL:RVS:2023:4211

Raad van State

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
202306377/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot herziening van een tussenuitspraak inzake natuurvergunning voor windturbines in de Karolinapolder

Op 9 november 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van Stichting Sirene tot herziening van de tussenuitspraak van 14 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2323. In deze tussenuitspraak werd het beroep van Stichting Sirene tegen de natuurvergunning voor het vervangen van vier windturbines in de Karolinapolder in Dinteloord, gemeente Steenbergen, behandeld. Stichting Sirene betoogde dat er nieuwe feiten waren die niet bekend waren ten tijde van de eerdere uitspraak, en dat deze feiten van invloed hadden kunnen zijn op de beslissing van de Afdeling.

De Afdeling, bestaande uit Staatsraad mr. D.A. Verburg, Staatsraad mr. J.M. Willems en Staatsraad mr. M.M. Kaajan, heeft het verzoek om herziening afgewezen. De Afdeling oordeelde dat herziening niet bedoeld is voor het heropenen van het debat tussen partijen of voor een gewijzigd oordeel van de rechter. De enige relevante vraag in een herzieningsprocedure is of er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die bij de eerdere uitspraak al bekend waren, maar niet konden worden ingediend. De Afdeling concludeerde dat de opvatting van de verzoeker geen nieuw feit of omstandigheid was, maar eerder een herinterpretatie van de eerdere uitspraak.

De Afdeling benadrukte dat de notitie van de verzoeker een reactie was op de uitspraak en niet een feit dat voorafgaand aan de uitspraak bekend was. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in een openbare zitting, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren, waaronder vertegenwoordigers van Stichting Sirene, het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant en RWE Windpower Netherlands B.V.

Uitspraak

202306377/1/R2.
Datum uitspraak: 9 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het verzoek om herziening van:
Stichting Sirene, gevestigd te Oud Gastel, gemeente Halderberge,
verzoekster,
Openbare zitting gehouden op 9 november 2023 om 11:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. D.A. Verburg, voorzitter
Staatsraad mr. J.M. Willems, lid
Staatsraad mr. M.M. Kaajan, lid
griffier: mr. J. Verbeek
Verschenen:
Stichting Sirene, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. L.J.J.M. Klijs, rechtsbijstandverlener te Roosendaal;
Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, vertegenwoordigd door mr. J.K.M. Buitenhuis en mr. C.E. Barnhoorn, beiden advocaat te Den Haag;
RWE Windpower Netherlands B.V., vertegenwoordigd door mr. C.M. Walgemoed en mr. J.C. van Oosten, beiden advocaat te Amsterdam.
Stichting Sirene heeft verzocht de tussenuitspraak van 14 juni 2023, in zaak nr. 202003207/1/R2, ECLI:NL:RVS:2023:2323, te herzien. In die tussenuitspraak is het beroep van Stichting Sirene tegen de natuurvergunning voor het vervangen van vier windturbines in de Karolinapolder in Dinteloord, gemeente Steenbergen, behandeld.
De Afdeling gaat niet over tot herziening en wijst dus het verzoek af.
Gronden:
U leidt uit de notitie van [persoon] af dat, anders dan in rechtsoverweging 4.1 van de tussenuitspraak staat, artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn ook ten grondslag ligt aan het aanwijzingsbesluit. Verder leidt u daaruit af dat het Krammer-Volkerak is aangewezen voor meer dan de 18 vogelsoorten dan waarvan in rechtsoverweging 5.1 van de tussenuitspraak is uitgegaan.
Herziening is niet bedoeld voor heropening van het debat tussen partijen en dus ook niet voor een gewijzigd oordeel van de rechter op basis van zo’n voortgezet debat. Op basis van de feiten die de Afdeling bekend waren heeft zij een interpretatie gegeven van het aanwijzingsbesluit uit 1995. U meent dat er redenen zijn waarom die interpretatie niet klopt en dat is nu net wel zo’n voortzetting van het debat. Deze herzieningsprocedure is er niet voor bedoeld om vast te stellen of u daar nou gelijk in heeft.
De enige vraag bij herziening is of er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die bij de vorige uitspraak er al wel waren, maar bij de indiener nog niet bekend waren, en ook niet bekend konden zijn, maar wel van invloed hadden kunnen zijn op de uitspraak. En aan al die voorwaarden moet zijn voldaan voordat de rechter overgaat tot herziening. De opvatting van [persoon] is op zichzelf niet een feit of omstandigheid. Hooguit is het een onderbouwing van of steunbetuiging aan een standpunt dat eerder is ingebracht of had kunnen worden ingebracht. Zelfs als die notitie een feit of omstandigheid zou zijn, dan dateert zij juist niet van vóór de uitspraak. De notitie is juist een reactie op de uitspraak.
Dat is de reden waarom wij het verzoek om herziening afwijzen. Daarmee is er ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
w.g. Verburg
voorzitter
w.g. Verbeek
griffier
388