ECLI:NL:RVS:2023:4279

Raad van State

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
202206080/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning asiel en inreisverbod

Op 17 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gekregen, maar deze was op 19 juli 2019 ingetrokken door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Tevens was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en was er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 28 september 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging en verzocht om een voorlopige voorziening.

De vreemdeling, die stelt de Syrische nationaliteit te hebben, is momenteel in detentie vanwege een veroordeling door het gerechtshof Den Haag op 3 juli 2023 tot een gevangenisstraf van zes jaren en zes maanden wegens deelname aan een terroristische organisatie in Syrië. Hij verzocht de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het besluit van 19 juli 2019 op te schorten, zodat hij weer rechtmatig verblijf zou hebben, wat ook invloed zou hebben op zijn strafrechtelijke detentie en de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling.

De voorzieningenrechter heeft echter, na afweging van de belangen van de vreemdeling en de staatssecretaris, besloten geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 november 2023.

Uitspraak

202206080/2/V2.
Datum uitspraak: 17 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's­Hertogenbosch, van 28 september 2022 in zaak nr. NL19.22002 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 19 juli 2019 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.
Bij uitspraak van 28 september 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De vreemdeling stelt dat hij de Syrische nationaliteit heeft. Hij is bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 3 juli 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1242, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren en zes maanden wegens onder meer deelname aan een terroristische organisatie in Syrië. Op dit moment zit hij deze straf uit.
2.       De vreemdeling verzoekt de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het besluit van 19 juli 2019 op te schorten, zodat hij weer rechtmatig verblijf heeft. Hij betoogt dat dit gevolgen heeft voor de strafrechtelijke detentie en de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
3.       Gelet op de belangen aan de zijde van de vreemdeling en die aan de zijde van de staatssecretaris, treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
4.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Trox, griffier.
w.g. Drop
voorzieningenrechter
w.g. Trox
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2023
968