202306604/2/R4.
Datum uitspraak: 17 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in verband met een ambtshalve ingesteld onderzoek naar het bestaan van aanleiding voor opheffing of wijziging van een voorlopige voorziening (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) hangende het hoger beroep van HorseStables B.V. (hierna: HorseStables), gevestigd te Batenburg, gemeente Wijchen,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland van 12 oktober 2023, in zaken nrs. 23/6060 en 23/5361 in het geding tussen:
HorseStables
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijchen.
Procesverloop
Bij besluit van 26 januari 2023 heeft het college aan HorseStables een last onder dwangsom opgelegd.
Bij besluit van 4 juli 2023 heeft het college, naar aanleiding van het door HorseStables daartegen gemaakte bezwaar, het besluit van 26 januari 2023 herroepen en een nieuwe last onder dwangsom opgelegd. Het college gelast dat HorseStables de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht samen met artikel 3.5.1., aanhef en onder a en b, van de planregels beëindigt en beëindigd houdt. Dit kan HorseStables doen door de bedrijfsactiviteiten die te maken hebben met het uitoefenen van een timmerbedrijf op het perceel Jan Steegweg 3 en 3a in Batenburg, zoals het verwerken of herstellen van goederen, het bewerken of verwerken van producten en het opslaan van producten, benodigde apparaten en machines, bouwmaterialen en bedrijfsafval, te beëindigen en beëindigd te houden. Dit moet HorseStables doen binnen drie maanden na verzenddatum van het besluit, dus voor 4 oktober 2023. Indien HorseStables niet aan de last voldoet, verbeurt zij een dwangsom van € 10.000,00 ineens.
Bij uitspraak van 12 oktober 2023 heeft de rechtbank het door HorseStables daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 4 juli 2023 vernietigd voor zover de hoogte van de dwangsom daarin is bepaald op € 10.000,00, bepaald dat de hoogte van de dwangsom wordt vastgesteld op € 7.500,00 en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 4 juli 2023. Verder heeft de rechtbank dit besluit bij wijze van voorlopige voorziening geschorst tot twee weken na verzending van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft HorseStables hoger beroep ingesteld.
Tevens heeft HorseStables de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 26 oktober 2023, in zaak nr. 202306604/3/R4, heeft de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening getroffen dat het besluit van het college van 4 juli 2023 wordt geschorst, voor zover daarbij een last onder dwangsom is opgelegd.
Partijen zijn uitgenodigd om te verschijnen op zitting, teneinde te kunnen beoordelen of toepassing moet worden gegeven aan artikel 8:87, eerste lid, van de Awb.
Het onderzoek op zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2023, waar HorseStables, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. C.J. Driessen, advocaat te Vianen, en het college, vertegenwoordigd door mr. J. Dignum, zijn verschenen. Voorts zijn via een videoverbinding [partijen], bijgestaan door mr. L.C.G.M. Joosten, advocaat te Nijmegen, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Ingevolge artikel 8:87, eerste lid, van de Awb, kan de voorzieningenrechter, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
3. Bij de uitspraak van 26 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter aanleiding gezien op verzoek van HorseStables het besluit van 4 juli 2023, waarbij het besluit van 26 januari 2023 is herroepen en een nieuwe last onder dwangsom is opgelegd, bij wijze van ordemaatregel te schorsen voor zover daarbij een last onder dwangsom is opgelegd.
4. De voorzieningenrechter zal beoordelen of aanleiding bestaat de getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen.
5. HorseStables exploiteert een timmerbedrijf op het perceel Jan Steenweg 3 en 3a in Batenburg. Volgens het college is dit gebruik in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Bij besluit van 4 juli 2023 heeft het college HorseStables gelast om de bedrijfsactiviteiten die te maken hebben met het uitoefenen van een timmerbedrijf te beëindigen en beëindigd te houden. Indien de op 26 oktober 2023 getroffen voorlopige voorziening wordt opgeheven, zal de bij het besluit van 4 juli 2023 opgelegde last onder dwangsom herleven. HorseStables zal haar bedrijfsactiviteiten dan moeten beëindigen.
HorseStables heeft een verklaring overgelegd van 24 oktober 2023 van haar boekhouder, H.J.B. Post van Administratiekantoor Post B.V.. Hierin staat dat zeven personen in dienst zijn bij HorseStables. Beëindiging van alle activiteiten in verband met het timmerbedrijf zal voor HorseStables het economisch einde betekenen. De werkgelegenheid van zeven personen komt dan in gevaar, aldus de verklaring.
[partijen] hebben op de zitting aangegeven dat hun woongenot ernstig wordt aangetast als gevolg van de geluidhinder die ontstaat door de timmeractiviteiten op het perceel. Verder is namens een andere omwonende, [naam omwonende], op de zitting aangegeven dat de gestelde geluidsoverlast gevolgen heeft voor haar bedrijfsexploitatie. Zij houdt pensionpaarden, maar deze hebben last van schrikreacties door de timmerwerkzaamheden. [omwonende] stelt dat zij als gevolg hiervan klanten heeft verloren. Deze stelling is door [omwonende] echter niet nader onderbouwd.
Gelet op de aan de orde zijnde belangen en deze belangen tegen elkaar afwegend, ziet de voorzieningenrechter, hoewel begrip bestaat voor de belangen van de omwonenden, gelet op de voorziene gevolgen voor HorseStables en haar werknemers indien de voorlopige voorziening wordt opgeheven, voldoende grond om de schorsing te laten voortduren. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter dat hij zal bevorderen dat het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 oktober 2023 zal worden behandeld in februari 2024. De in de uitspraak van 26 oktober 2023, in zaak nr. 202306604/3/R4 getroffen voorlopige voorziening wordt gehandhaafd.
6. Het college moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. handhaaft de bij wijze van voorlopige voorziening uitgesproken schorsing van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen van 4 juli 2023, voor zover daarbij een last onder dwangsom is opgelegd;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen tot vergoeding van bij HorseStables B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.674,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen aan HorseStables B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 548,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. B.P.M. van Ravels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Melenhorst, griffier.
w.g. Van Ravels
voorzieningenrechter
w.g. Melenhorst
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2023
490