ECLI:NL:RVS:2023:4359
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 november 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening en het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 augustus 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 3 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.A. Palm, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De staatssecretaris heeft in een brief van 25 oktober 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met haar. De Afdeling concludeert hieruit dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien zij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Dit leidt tot de beslissing dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt eveneens afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het belang bij het hoger beroep en de voorwaarden waaronder een verzoek om voorlopige voorziening kan worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. J. Verbeek, en de uitspraak is openbaar gedaan op 27 november 2023.