ECLI:NL:RVS:2023:4547
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Oostenrijk
Op 6 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 7 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. De rechtbank Den Haag verklaarde het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep op 15 november 2023 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zijn voorgenomen overdracht aan Oostenrijk op 7 december 2023 achterwege blijft, totdat er op het hoger beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. De voorzieningenrechter weegt de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling mee in zijn beslissing. Hij concludeert dat de overdracht aan Oostenrijk, die is vastgesteld op basis van de Dublinverordening, geen onomkeerbare gevolgen heeft. Mocht Nederland uiteindelijk verantwoordelijk worden voor de behandeling van het asielverzoek, kan de vreemdeling vanuit Oostenrijk teruggeleid worden naar Nederland.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 december 2023.