ECLI:NL:RVS:2023:4577
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de verlenging van de bewaringsmaatregel van een vreemdeling
Op 11 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 2 oktober 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Op 18 oktober 2023 werd de termijn van de bewaringsmaatregel met maximaal drie maanden verlengd. De rechtbank had op 30 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had aangegeven dat er hoger beroep mogelijk was tegen de verlenging van de bewaringsmaatregel, aangezien dit volgens de wet niet kan. Hierdoor verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen voor dat specifieke onderdeel. Voor het overige leidde het hoger beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat de ingediende vragen niet relevant waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 december 2023.