ECLI:NL:RVS:2023:4577

Raad van State

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
202306798/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de verlenging van de bewaringsmaatregel van een vreemdeling

Op 11 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 2 oktober 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Op 18 oktober 2023 werd de termijn van de bewaringsmaatregel met maximaal drie maanden verlengd. De rechtbank had op 30 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had aangegeven dat er hoger beroep mogelijk was tegen de verlenging van de bewaringsmaatregel, aangezien dit volgens de wet niet kan. Hierdoor verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen voor dat specifieke onderdeel. Voor het overige leidde het hoger beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat de ingediende vragen niet relevant waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden.

De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 december 2023.

Uitspraak

202306798/1/V3.
Datum uitspraak: 11 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's­Hertogenbosch, van 30 oktober 2023 in zaak nr. NL23.31938 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 2 oktober 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij besluit van 18 oktober 2023 heeft de staatssecretaris de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste drie maanden.
Bij uitspraak van 30 oktober 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer, advocaat te Dordrecht, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat onder meer over het verlengen van de maatregel van bewaring (artikel 59b, derde lid, van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000). Dat onder de uitspraak ten onrechte staat dat wel hoger beroep kan worden ingesteld, verandert dat niet.
2.       De Afdeling is in zoverre onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
2.1.    Het hoger beroep leidt voor het overige niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift in zoverre geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
3.       De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is in zoverre ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt in zoverre bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen voor zover dat is gericht tegen de uitspraak van de rechtbank op het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris van 18 oktober 2023 tot verlenging van de opgelegde bewaring met ten hoogste drie maanden;
II.       bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Meurs-Heuvel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 december 2023
47