ECLI:NL:RVS:2023:4593
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en niet-ontvankelijkheid hoger beroep
Op 3 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 april 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact meer met hem heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van mr. H.G. Sevenster, met mr. D.I. van Kesteren als griffier. De uitspraak vond plaats op 13 december 2023.