ECLI:NL:RVS:2023:4604

Raad van State

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
202307112/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne

Op 13 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 4 september 2023 het recht op bescherming zou eindigen op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit. De vreemdeling had tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 13 november 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de vreemdeling behoort tot de groep derdelanders die onder een eerdere mededeling van de staatssecretaris valt, waarin werd aangegeven dat deze groep in Nederland mocht blijven tot er een eindoordeel was over het beëindigen van het recht op tijdelijke bescherming. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen, omdat de vreemdeling al onder de bescherming valt die de staatssecretaris heeft verleend. Het verzoek is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en de verantwoordelijkheden van de staatssecretaris in het kader van de bescherming van derdelanders die uit Oekraïne zijn gevlucht. De voorzieningenrechter heeft de zaak openbaar uitgesproken, waarbij mr. D.A. Verburg als voorzieningenrechter en L.W. Lagaaij LLM als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

202307112/2/V2.
Datum uitspraak: 13 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 13 november 2023, zoals gewijzigd bij hersteluitspraak van 16 november 2023, in zaak nr. NL23.27267 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 18 augustus 2023 heeft de staatssecretaris bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 (hierna: het Uitvoeringsbesluit).
Bij uitspraak van 13 november 2023, zoals gewijzigd bij hersteluitspraak van 16 november 2023, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit op hem van toepassing blijft.
1.1.    In zijn uitspraak van 1 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3349, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling in een zaak van een andere zogeheten ‘derdelander’ die uit Oekraïne naar Nederland was gevlucht, bepaald dat deze bij wijze van voorlopige voorziening zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit op hem van toepassing blijft. Naar aanleiding daarvan heeft de staatssecretaris op 2 september 2023 meegedeeld dat ook andere derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht en niet de Oekraïense nationaliteit hebben, in Nederland mogen blijven tot de Afdeling een eindoordeel geeft over het beëindigen van het recht op tijdelijke bescherming voor deze groep.
1.2.    De vreemdeling behoort tot de groep derdelanders die onder de mededeling van de staatssecretaris valt. Gelet hierop treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van L.W. Lagaaij LLM, griffier.
w.g. Verburg
voorzieningenrechter
w.g. Lagaaij
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 december 2023
936