202303208/1/R4.
Datum uitspraak: 13 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Zuidbroek, gemeente Midden-Groningen,
appellante,
en
de raad van de gemeente Midden-Groningen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 6 april 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Verzamelbestemmingsplan 2022" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad en [appellante] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op de zitting behandeld van 17 november 2023, waar de raad, vertegenwoordigd door drs. M.R.J. Smit en mr. S. Borger, is verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Het bestemmingsplan heeft betrekking op diverse losse percelen in de gemeente Midden-Groningen. Het bestemmingsplan voorziet ter plaatse van de Prinses Maximalaan te Zuidbroek onder meer in de aanpassing van het maximaal aantal wooneenheden.
Vroeger was hier een school aanwezig, de Beatrixschool. Na het verdwijnen van deze school zijn er woningen ter plaatse van het vroegere schoolterrein gerealiseerd. [appellante] woont in één van deze woningen.
Het bestemmingsplan voorziet onder meer in drie nieuwbouwlocaties voor woningen. [appellante] richt haar beroep tegen twee van deze nieuwbouwlocaties, te weten de locaties gelegen ten oosten van de Prinses Maximalaan. Hier worden in totaal twee nieuwe woningen toegestaan. Volgens [appellante] gaan deze twee woningen ten koste van een monumentale eik, die daar nabij aanwezig is.
In het bestemmingsplan zijn aan gronden ten westen van de Prinses Maximalaan (ten westen van de bestemming "Verkeer") ook een bouwvlak, de functieaanduiding "specifieke vorm van woongebied - nieuwbouwlocatie" en de maatvoering "maximum aantal wooneenheden:1" toegekend. Daar is één woning toegestaan. De eik, waar het [appellante] om te doen is, staat daar niet bij in de buurt. De Afdeling stelt vast dat het beroep van [appellante] niet ziet op die nieuwbouwlocatie.
Toetsingskader
2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Woningbouw rondom de monumentale eik
3. [appellante] kan zich niet verenigen met de vaststelling van het bestemmingsplan, voor zover het betreft de twee plandelen ten oosten van de Prinses Maximalaan. Het gaat om de plandelen met de bestemming "Woongebied", met een bouwvlak en ook met de functieaanduiding "specifieke vorm van woongebied - nieuwbouwlocatie" en maatvoering "maximaal aantal wooneenheden:1". Het ene plandeel ligt ten noorden en het andere plandeel ten zuiden van de aanwezige eik. [appellante] voert aan dat de twee woningen die hier zijn voorzien, ten koste zullen gaan van deze monumentale eik. Zo zal de bouw van de twee woningen het wortelstelsel van de eik ernstig aantasten, zo betoogt [appellante].
4. De Afdeling stelt vast dat de stam van de boom gelegen is op een locatie waaraan in het bestemmingsplan de bestemming "[appellante]" is toegekend. De kruin van deze boom steekt uit over de twee bestreden plandelen, waaraan in het bestemmingsplan de bestemming "Woongebied" is toegekend. Door de toekenning van een bouwvlak, de genoemde functieaanduiding en de genoemde maatvoering is hier ook woningbouw toegestaan.
5. Tijdens de zitting heeft de raad aangegeven dat ter plaatse van het plandeel ten noorden van de monumentale eik, woningbouw niet meer passend is.
Verder heeft de raad tijdens de zitting medegedeeld dat de positionering van het bouwvlak ten behoeve van een woning, ten zuiden van de eik, onvoldoende rekening houdt met de eik. Dit bouwvlak moet volgens de raad worden verkleind. De raad heeft hierbij benadrukt dat hij de eik wil behouden.
De Afdeling begrijpt het standpunt van de raad zo dat hij voor de twee plandelen, die [appellante] heeft bestreden, niet meer vasthoudt aan de oorspronkelijke planregeling, voor zover die hier woningbouw mogelijk maakt.
6. Omdat de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan de raad in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft de bestreden plandelen niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en niet deugdelijk is gemotiveerd.
Het betoog slaagt.
Conclusie
7. Gelet op wat hiervoor onder 6. is overwogen, ziet de Afdeling in wat [appellante] heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover dat ziet op de twee plandelen met de bestemming "Woongebied" en een bouwvlak en de functieaanduiding "specifieke vorm van woongebied - nieuwbouwlocatie" en de maatvoering "maximaal aantal wooneenheden:1" ten oosten van de Prinses Maximalaan en ten noorden en ten zuiden van de daar aanwezige eik.
Het beroep van [appellante] is gegrond, zodat het bestreden besluit, voor zover het deze twee plandelen betreft, moet worden vernietigd. Wat [appellante] voor het overige naar voren heeft gebracht, onder meer over het aspect waterafvoer, hoeft geen bespreking meer.
Verwerking op de landelijke voorziening
8. Uit een oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan, dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
Proceskosten
9. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van 6 april 2023, waarbij de raad van de gemeente Midden-Groningen het bestemmingsplan "Verzamelbestemmingsplan 2022" heeft vastgesteld, voor zover dat betreft de twee plandelen met de bestemming "Woongebied" en een bouwvlak en de functieaanduiding "specifieke vorm van woongebied - nieuwbouwlocatie" en de maatvoering "maximaal aantal wooneenheden:1" ten oosten van de Prinses Maximalaan te Zuidbroek en ten noorden en ten zuiden van de daar aanwezige eik;
III. draagt de raad van de gemeente Midden-Groningen op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II. wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan, dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
Aldus vastgesteld door mr. J. Gundelach, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, griffier.
w.g. Gundelach
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Loo
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 december 2023
418-972