ECLI:NL:RVS:2023:4670

Raad van State

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
202306876/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank over de voortduren van de bewaring van een vreemdeling

Op 14 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 26 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van zijn bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling was op 6 juli 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. In hoger beroep voerde de vreemdeling aan dat hij niet terug wilde keren naar Marokko en dat hij te maken had gehad met nare gebeurtenissen in zijn leven. De Raad van State oordeelde echter dat de procedure niet ging over zijn verblijf in Nederland, maar over het voortduren van de maatregel van bewaring. De Afdeling stelde vast dat er geen sprake was van een oneerlijk proces en dat de rechtbank gemotiveerd had ingegaan op de beroepsgronden van de vreemdeling. Daarom kon het hoger beroep niet in behandeling worden genomen. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en de staatssecretaris hoefde geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202306876/1/V3.
Datum uitspraak: 14 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 26 oktober 2023 in zaak nr. NL23.32079 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 6 juli 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 26 oktober 2023 heeft de rechtbank het door de vreemdeling ingestelde beroep tegen het voortduren van de bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat over het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld. Dit volgt uit artikel 84, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als er sprake is van ernstige schending van de eisen van een goede procesorde of van fundamentele rechtsbeginselen, zodanig dat van een eerlijk proces geen sprake is.
2.       In uw geval is er geen sprake van een oneerlijk proces. In hoger beroep heeft u verteld over een aantal nare gebeurtenissen in uw leven. Daarnaast voert u verschillende redenen aan waarom u niet wilt terugkeren naar Marokko. Maar deze procedure gaat over het voortduren van de maatregel van bewaring en niet over uw verblijf in Nederland. Daarnaast is de rechtbank gemotiveerd ingegaan op uw beroepsgronden over het voortduren van de maatregel. U heeft verder niet uitgelegd waarom u geen eerlijk proces heeft gehad. Uw hoger beroep kan daarom niet in behandeling worden genomen.
3.       De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 december 2023
872