ECLI:NL:RVS:2023:4703
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en niet-ontvankelijkheid hoger beroep
Op 18 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was op 28 december 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 16 juni 2021 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Stoetzer-van Esch, heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 15 november 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact meer met hem heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt.
Hierdoor heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 18 december 2023, waarbij mr. H.G. Sevenster als lid van de enkelvoudige kamer de beslissing heeft vastgesteld, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.