ECLI:NL:RVS:2023:50
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het besluit, genomen op 29 oktober 2020, verplichtte de vreemdeling om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en bevatte een inreisverbod. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, had op 20 juli 2021 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.C. Stoop, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van 9 januari 2023 heeft de Raad van State de grief van de vreemdeling gegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigde de uitspraak van de rechtbank voor het overige. Dit betekent dat de Raad van State de beslissing van de rechtbank grotendeels heeft onderschreven, maar dat er ook ruimte was voor de grief van de vreemdeling. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wat inhoudt dat de Raad van State zonder verdere zitting heeft beslist.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en is van belang voor de vreemdelingenrechtspraak, vooral in het kader van inreisverboden en de bevoegdheden van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak benadrukt de juridische mogelijkheden voor vreemdelingen om tegen dergelijke besluiten in beroep te gaan en de rol van de Raad van State in het waarborgen van rechtsbescherming.