ECLI:NL:RVS:2023:516
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot uitstel van vertrek
Op 6 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om uitstel van vertrek te krijgen, welke aanvraag op 8 april 2021 was afgewezen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 26 mei 2021 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, in een tussenuitspraak van 19 juli 2022 de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om een gebrek in het besluit te herstellen. In de einduitspraak van 19 januari 2023 verklaarde de rechtbank het beroep van de vreemdeling gegrond, vernietigde het besluit van de staatssecretaris, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling vorderde dat zijn voorgenomen overplaatsing op 8 februari 2023 achterwege zou blijven. De voorzieningenrechter oordeelde dat, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken, het noodzakelijk was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de overplaatsing van de vreemdeling op 8 februari 2023 niet door mocht gaan en heeft de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.