ECLI:NL:RVS:2023:517
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 8 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 december 2022 niet in behandeling werd genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 17 januari 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van de staatssecretaris en de vreemdeling in overweging genomen. De staatssecretaris verzocht om de voorlopige voorziening dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, gezien de belangen van beide partijen, het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper als griffier. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 februari 2023.