ECLI:NL:RVS:2023:529
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 9 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 17 november 2022 afgewezen en de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.A.E. Engelen, heeft tegen deze afwijzing beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 23 januari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen vragen waren die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.J.M. Baldinger, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 februari 2023.