ECLI:NL:RVS:2023:646
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- J.W. Prins
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om een verblijfsvergunning asiel en het hoger beroep daartegen
Op 21 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 9 december 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 21 februari 2023 uitspraak gedaan. De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 16 december 2022, maar het hogerberoepschrift is pas na deze datum ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vreemdeling het hoger beroep niet tijdig heeft ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard.
Daarnaast werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van griffier mr. J.W. Prins, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.