ECLI:NL:RVS:2023:670
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot intrekking verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 februari 2023 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd gekregen, maar deze werd op 30 juni 2021 ingetrokken door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Tevens werd een aanvraag tot verlenging van de vergunning afgewezen en werd de vreemdeling opgedragen het grondgebied van de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, met een inreisverbod als gevolg. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar de staatssecretaris verklaarde het bezwaar ongegrond op 22 december 2021. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 23 december 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zal blijven. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen, wat inhoudt dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.