ECLI:NL:RVS:2023:73
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 11 januari 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling, die de aanvraag had ingediend, was ook vertegenwoordigd door haar minderjarige kind. De aanvraag was eerder op 26 april 2022 afgewezen. De rechtbank had in een tussenuitspraak op 18 oktober 2022 de staatssecretaris de gelegenheid gegeven om een gebrek in het besluit te herstellen. Na aanvulling van het besluit op 14 november 2022, heeft de rechtbank op 15 december 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van 26 april 2022 vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep ongegrond was en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.