ECLI:NL:RVS:2023:779
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en hoger beroep vreemdeling
In deze zaak heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 3 februari 2022 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. De rechtbank heeft op 20 juli 2022 het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. K.P.E. van Tulden, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hoger beroep is ongegrond verklaard. De Raad van State oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Hierdoor is er geen noodzaak om de uitspraak van de rechtbank verder te motiveren.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van L.W. Lagaaij LLM, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 februari 2023.