ECLI:NL:RVS:2023:876
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel
Op 3 maart 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 4 november 2022 de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Den Haag had op 5 december 2022 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.D. Kupelian, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 14 februari 2023 meegedeeld dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van de vreemdeling heeft aangegeven dat hij niet op de hoogte is van de verblijfplaats van zijn cliënt en sinds diens vertrek geen contact met hem heeft gehad. De Afdeling heeft geconcludeerd dat de vreemdeling geen bescherming meer in Nederland zoekt en daarom geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.
Gelet op deze omstandigheden heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 maart 2023, waarbij mr. H.G. Sevenster als lid van de enkelvoudige kamer en mr. R.H.L. Dallinga als griffier aanwezig waren.