ECLI:NL:RVS:2023:889

Raad van State

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
202300841/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen bewaring door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 6 maart 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 11 januari 2023 besloten om de vreemdeling in bewaring te stellen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.R.S. Ramhit, had eerder beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, die op 30 januari 2023 het beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is na de wettelijke termijn van 6 februari 2023 bij de Raad van State binnengekomen.

De Raad van State overwoog dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep was verstreken en dat de vreemdeling geen redenen had aangevoerd om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. H. Vonk, griffier. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 6 maart 2023.

Uitspraak

202300841/1/V3.
Datum uitspraak: 6 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 30 januari 2023 in zaak nr. NL23.1191 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 11 januari 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 30 januari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.R.S. Ramhit, advocaat te Hoofddorp, hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten.
Overwegingen
1.       De termijn voor het instellen van hoger beroep eindigde op 6 februari 2023. Het hogerberoepschrift is daarna bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft het hogerberoepschrift daarom niet op tijd ingediend. De vreemdeling heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid redenen aan te voeren waarom het hoger beroep toch in behandeling moet worden genomen.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Vonk, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vonk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2023
345