ECLI:NL:RVS:2023:969
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend. Dit verzoek volgde op een mondelinge uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 9 februari 2023, waarin de rechtbank de aanvragen van zes vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond had verklaard. De rechtbank had de besluiten van de staatssecretaris van 29 december 2022, waarin deze aanvragen niet in behandeling waren genomen, vernietigd en de staatssecretaris opgedragen nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak.
De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank op te schorten totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Willems, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 maart 2023.