ECLI:NL:RVS:2023:981

Raad van State

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
202301046/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Raad van State in hoger beroep tegen maatregel van bewaring

Op 13 maart 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de vreemdeling in bewaring was gesteld. De rechtbank had eerder, op 13 februari 2023, het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van de maatregel van bewaring ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Raad van State heeft in zijn uitspraak vastgesteld dat er geen mogelijkheid is voor hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank, omdat het verbod op hoger beroep alleen kan worden doorbroken in gevallen waar geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden. Dit was in dit geval niet aan de orde, waardoor de Raad van State zich onbevoegd verklaarde om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Conclusie

202301046/1/V3.
Datum uitspraak: 13 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 13 februari 2023 in zaak nr. NL23.3253 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 23 november 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 13 februari 2023 heeft de rechtbank het door de vreemdeling tegen het voortduren van de bewaring ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De uitspraak van de rechtbank gaat over het voortduren van de maatregel van bewaring (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000).
2. Wat de vreemdeling in hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
3. De Afdeling is onbevoegd van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Weber
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2023
846