ECLI:NL:RVS:2024:1135

Raad van State

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
202204982/3/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake het bestemmingsplan van de gemeente Altena met betrekking tot Wijk en Aalburg

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellanten en de raad van de gemeente Altena. De zaak betreft een tussenuitspraak van 5 juli 2023, waarin de raad was opgedragen om binnen 20 weken het gebrek in het besluit van 21 juni 2022 te herstellen. De Afdeling oordeelde dat het besluit van 21 juni 2022 in strijd met de zorgvuldigheid was vastgesteld, waardoor het beroep van appellant sub 2 gegrond werd verklaard en het besluit werd vernietigd. Het beroep van appellant sub 1 werd ongegrond verklaard.

Na de tussenuitspraak heeft de raad op 24 oktober 2023 het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. Appellant sub 1 en appellanten sub 2 hebben geen zienswijze naar voren gebracht tegen dit besluit, wat betekent dat zij geen beroepsgronden hebben aangevoerd. De van rechtswege ontstane beroepen zijn daarom ongegrond verklaard. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten sub 2, terwijl de proceskosten van appellant sub 1 niet vergoed hoeven te worden.

De uitspraak bevat verder bepalingen over de vergoeding van griffierechten en de wijze van betaling aan de appellanten. De uitspraak is gedaan door mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.

Uitspraak

202204982/3/R2.
Datum uitspraak: 20 maart 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1.       [appellant sub 1], wonend te Wijk en Aalburg, gemeente Altena,
2.       [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], wonend te Wijk en Aalburg, gemeente Altena,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Altena,
verweerder
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2580, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat daarin is overwogen het gebrek in het besluit van 21 juni 2022 te herstellen.
Bij besluit van 24 oktober 2023 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld.
[appellant sub 1] en [appellanten sub 2] zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen.
Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder d, van de Awb heeft de Afdeling bepaald dat een tweede onderzoek op zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.       De Afdeling heeft in haar tussenuitspraak van 5 juli 2023 naar aanleiding van de beroepsgronden van [appellant sub 2] geoordeeld dat het besluit van 21 juni 2022 in strijd met de zorgvuldigheid (artikel 3:2 van de Awb) is vastgesteld. Het beroep van [appellant sub 2] is daarom gegrond. Het besluit van 21 juni 2022 wordt vernietigd. Het beroep van [appellant sub 1] is ongegrond.
2.       [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] hebben naar aanleiding van het besluit van 24 oktober 2023 geen zienswijze naar voren gebracht en dus niet te kennen gegeven dat zij zich niet met dat besluit kunnen verenigen. Dit betekent dat zij geen beroepsgronden tegen dit besluit hebben aangevoerd. De van rechtswege ontstane beroepen zijn daarom ongegrond.
3.       De raad moet de proceskosten van [appellanten sub 2] vergoeden. De raad hoeft geen proceskosten van [appellant sub 1] te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep van [appellant sub 1] ongegrond;
II.       verklaart het beroep van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] gegrond;
III.      vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Altena van 21 juni 2022 waarbij het bestemmingsplan "[locatie] Wijk en Aalburg" is vastgesteld;
IV.      verklaart de van rechtswege ontstane beroepen ongegrond;
V.       veroordeelt de raad van de gemeente Altena tot vergoeding van bij [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00 toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
VI.      gelast dat de raad van de gemeente Altena aan [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht van € 184,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.
w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Ahmady-Pikart
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2024