ECLI:NL:RVS:2024:1172

Raad van State

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
202305403/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlening revisievergunning aan Urenco Nederland B.V. door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Op 20 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin [appellant] beroep had ingesteld tegen een besluit van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Dit besluit, genomen op 7 juli 2023, betrof de verlening van een revisievergunning aan Urenco Nederland B.V. voor hun verrijkingsfabrieken in Almelo, op basis van de Kernenergiewet. De revisievergunning omvatte wijzigingen ten opzichte van eerdere vergunningen, waaronder het opslaan van verrijkt uranium in een specifiek gebouw, verduidelijkingen over de verrijkingsgraad van het voedingsmateriaal, en aanpassingen in de verwerkingslimieten van verarmd uraniumoxide (U3O8).

De appellant had zijn bezwaren tegen de vergunning ingediend, maar de ANVS had in haar verweerschrift aangegeven dat de zienswijze van de appellant was beoordeeld en meegewogen. Tijdens de procedure heeft de appellant geen gebruik gemaakt van het recht om ter zitting te worden gehoord. De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In de beoordeling van het beroep heeft de Afdeling vastgesteld dat de appellant niet voldoende gemotiveerd had waarom de ANVS de revisievergunning had moeten wijzigen op basis van zijn zienswijze. De Afdeling concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de ANVS geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.C.P. Venema, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202305403/1/R4.
Datum uitspraak: 20 maart 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
en
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (hierna: de ANVS),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 juli 2023 heeft de ANVS aan Urenco Nederland B.V. op grond van de Kernenergiewet een revisievergunning verleend ten behoeve van de verrijkingsfabrieken van Urenco in Almelo.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De ANVS heeft een verweerschrift ingediend.
Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord, waarna de Afdeling het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb heeft gesloten.
Overwegingen
Inleiding
1.       De bij besluit van 7 juli 2023 verleende revisievergunning heeft betrekking op wijzigingen ten opzichte van eerder aan Urenco Nederland B.V. verleende vergunningen. Deze wijzigingen omvatten, kort samengevat, het opslaan van verrijkt uranium in het Container Receipt and Dispatch gebouw C, een verduidelijking van de verrijkingsgraad van het voedingsmateriaal, de wijziging van de verwerkingslimiet van verarmd uraniumoxide (U3O8) van 7500 kg per jaar naar een opslaglimiet en een actualisering van het veiligheidsrapport.
Het ontwerpbesluit heeft van 16 maart 2023 tot en met 26 april 2023 ter inzage gelegen. Onder andere [appellant] heeft een zienswijze naar voren gebracht tegen dit onderwerpbesluit. De zienswijze van [appellant] is voor de ANVS geen aanleiding geweest om het ontwerpbesluit aan te passen. Het ontwerpbesluit is wel aangepast naar aanleiding van een andere zienswijze.
Beoordeling van het beroep
2.       [appellant] heeft in beroep meer in het algemeen opmerkingen gemaakt over kernenergie en het ontstaan van kernafval en de gevaren daarvan. Dat ligt in deze procedure niet ter toetsing voor. De Afdeling zal dit daarom niet bespreken. De Afdeling zal in deze procedure bespreken wat door [appellant] is aangevoerd tegen de bij besluit van 7 juli 2023 verleende revisievergunning.
3.       Over de bij besluit van 7 juli 2023 verleende revisievergunning heeft [appellant] betoogd dat de ANVS naar aanleiding van zijn zienswijze het definitieve besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit had moeten wijzigen. Hij heeft dit alleen gesteld, maar heeft niet gemotiveerd op welke gronden de ANVS de revisievergunning ten opzichte van het ontwerp had moeten wijzigen. Uit het besluit van 7 juli 2023 volgt dat de ANVS de door [appellant] naar voren gebrachte zienswijze heeft beoordeeld en meegewogen bij de verlening van de revisievergunning. [appellant] heeft verder ook niet inhoudelijk gemotiveerd waarom de verlening van de revisievergunning onrechtmatig is. De Afdeling is daarom van oordeel dat het beroep van [appellant] ongegrond moet worden verklaard.
Conclusie
4.       Het beroep is ongegrond.
5.       De ANVS hoeft geen proceskosten te vergoeden.
6.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.D. Kamphorst-Timmer, griffier.
w.g. Venema
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Kamphorst-Timmer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2024