ECLI:NL:RVS:2024:1350

Raad van State

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
202306112/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel

Op 2 april 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 januari 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 19 september 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris laten weten dat de vreemdeling met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) uit Nederland is vertrokken. De vreemdeling heeft een ondertekende vertrekverklaring overgelegd, waaruit blijkt dat hij zijn medewerking aan het vertrek heeft verleend. De Afdeling bestuursrechtspraak concludeert hieruit dat de vreemdeling niet langer bescherming in Nederland zoekt en daarom geen belang heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.

Gelet op deze omstandigheden heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Iedema, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2024.

Uitspraak

202306112/1/V2.
Datum uitspraak: 2 april 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 19 september 2023 in zaak nr. NL23.2088 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 23 januari 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 19 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, advocaat te Maastricht, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris en de vreemdeling hebben nadere stukken ingediend.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris heeft de Afdeling laten weten dat de vreemdeling met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) uit Nederland is vertrokken. Uit de bijgevoegde door de vreemdeling ondertekende vertrekverklaring blijkt dat het gaat om een vertrek waaraan de vreemdeling zijn medewerking heeft verleend. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdeling niet langer bescherming in Nederland zoekt. Daarom heeft de vreemdeling geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Iedema, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Iedema
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 april 2024
987