ECLI:NL:RVS:2024:1469
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot uitzetting
Op 10 april 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het besluit, genomen op 21 oktober 2022, verplichtte de vreemdeling om de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, had op 16 november 2022 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.D. Kupelian, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft volgens de Raad van State terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en vastgesteld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Hierdoor is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 april 2024.