ECLI:NL:RVS:2024:1545

Raad van State

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
202300592/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Mientweg 46 door de Raad van State

Op 17 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, gevestigd te Lutjewinkel, gemeente Hollands Kroon, en de raad van de gemeente Hollands Kroon. Dit verzoek volgde op een besluit van de raad van 24 november 2022, waarbij het bestemmingsplan "Mientweg 46" gewijzigd was vastgesteld. De verzoeker had beroep ingesteld tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 28 februari 2024 waren zowel de verzoeker, vertegenwoordigd door een gemachtigde en advocaat, als de raad, vertegenwoordigd door een ambtenaar, aanwezig. Tevens was een derde partij, bijgestaan door twee advocaten, ter zitting gehoord.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde dag (ECLI:NL:RVS:2024:1529), waarin het beroep van de verzoeker gegrond werd verklaard en het besluit van de raad werd vernietigd. Gezien deze uitkomst heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de raad de proceskosten van de verzoeker, die op € 875,00 zijn vastgesteld, moet vergoeden, evenals het griffierecht van € 184,00 dat door de verzoeker is betaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 april 2024.

Uitspraak

202300592/2/R1.
Datum uitspraak: 17 april 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], gevestigd te Lutjewinkel, gemeente Hollands Kroon,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Hollands Kroon,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 november 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie A]" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 februari 2024, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door [gemachtigde],.bijgestaan door mr. S. Smit, advocaat te Alkmaar, en de raad, vertegenwoordigd door B. Visser, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij], bijgestaan door mr. T.P. Tjeerdsma en mr. J.G.L. van Nus, beiden advocaat te Amsterdam, als partij gehoord.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:1529, heeft de Afdeling uitspraak gedaan in de hoofdzaak. De Afdeling heeft het beroep van [verzoeker] gegrond verklaard en het besluit van 24 november 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "[locatie A]" vernietigd.
Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.       Gelet op de uitkomst in de hoofdzaak moet de raad de proceskosten vergoeden. Ook ziet de voorzieningenrechter aanleiding om te bepalen dat de raad het door [verzoeker] betaalde griffierecht moet vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af;
II.       veroordeelt de raad van de gemeente Hollands Kroon tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III.      gelast dat de raad van de gemeente Hollands Kroon het door [verzoeker] voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van € 184,00.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Steendijk
voorzieningenrechter
w.g. Deen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 april 2024
604