ECLI:NL:RVS:2024:1565
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Overijssel inzake besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Zwolle
Op 9 april 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, dat in hoger beroep ging tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 februari 2024. In die uitspraak verklaarde de rechtbank het beroep van [wederpartij A] en [wederpartij B] gegrond en vernietigde het besluit op bezwaar van 7 augustus 2023, waarin was besloten dat een pand op het perceel [locatie] in Zwolle teruggebracht moest worden naar één woning. De rechtbank had het college opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen en had een voorlopige voorziening getroffen die het primaire besluit van 7 juli 2022 schorste tot zes weken na de nieuwe beslissing.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van het college om een voorlopige voorziening toegekend. Dit houdt in dat de uitspraak van de rechtbank Overijssel, voor zover het college is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, wordt geschorst. Tevens is bepaald dat het college geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat alle partijen geen belang hebben bij een nieuwe beslissing op bezwaar voordat de Afdeling uitspraak doet in het hoger beroep. Ook is vastgesteld dat er geen dringende noodzaak of specifiek belang is voor een nieuwe beslissing op korte termijn.