ECLI:NL:RVS:2024:1572
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Verbindingsweg Kempenweg-Eindhovensedijk
Op 11 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van de Vereniging Buurtgroep de Kemmer, gevestigd in Oirschot, om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de raad van de gemeente Oirschot van 26 september 2023. Dit besluit betreft de vaststelling van het bestemmingsplan 'Verbindingsweg Kempenweg-Eindhovensedijk'. De buurtgroep vorderde een voorlopige voorziening om onomkeerbare schade aan de natuur te voorkomen, waaronder de kap van bomen en bosschages, die zou kunnen voortvloeien uit de aanleg van de verbindingsweg die het bestemmingsplan mogelijk maakt.
Tijdens de zitting op 11 april 2024 werd duidelijk dat het verzoek niet betrekking had op de uitvoering van deelfase 2a van de verbindingsweg, zoals vermeld in de raadsinformatiebrief van het college van burgemeester en wethouders van Oirschot van 9 april 2024. De voorzieningenrechter overwoog dat de raad had aangegeven dat met de uitvoering van de overige deelfasen van de verbindingsweg, te weten deelfasen 2b, 2c en 2d, gewacht zou worden op de uitspraak in de bodemprocedure. Tot die tijd zouden er enkel voorbereidende werkzaamheden, zoals bodemonderzoek, plaatsvinden, waardoor volgens de raad geen onomkeerbare schade aan de natuur zou optreden.
Gelet op deze overwegingen concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek van de buurtgroep en wees het verzoek af. De raad van de gemeente Oirschot werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het afwegen van belangen in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om milieuvraagstukken en de bescherming van de natuur.