ECLI:NL:RVS:2024:1760

Raad van State

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
202402311/1/V2 en 202402311/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • H.G. Sevenster
  • J.R. Trox
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep en verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

Op 15 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 april 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 april 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter overweegt dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft toegelicht waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, wat leidt tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is.

Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, als voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Trox, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 april 2024.

Uitspraak

202402311/1/V2 en 202402311/2/V2.
Datum uitspraak: 26 april 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 8 april 2024 in zaak nr. NL24.5883 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 15 februari 2024 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 8 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, advocaat te Papendrecht, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
II.       wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Trox, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Trox
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 april 2024
968