ECLI:NL:RVS:2024:1855
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 6 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 26 juli 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Boesjes, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State heeft op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn paspoort op frauduleuze wijze is verkregen, hetgeen een belangrijke voorwaarde is voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden.
De beslissing van de Raad van State houdt in dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.