ECLI:NL:RVS:2024:1855

Raad van State

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
202304823/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel

Op 6 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 26 juli 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Boesjes, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State heeft op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn paspoort op frauduleuze wijze is verkregen, hetgeen een belangrijke voorwaarde is voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden.

De beslissing van de Raad van State houdt in dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.

Uitspraak

202304823/1/V3.
Datum uitspraak: 2 mei 2024
AFDELINGL
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 26 juli 2023 in zaak nr. NL23.13762 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 6 mei 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 26 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Boesjes, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    Het hoger beroep gaat namelijk onder meer over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 14 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1071, onder 3 tot en met 6, over het aannemelijk maken dat een paspoort op frauduleuze wijze is verkregen). Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen. Uit het dossier blijkt namelijk niet dat de vreemdeling in lijn met de in de genoemde uitspraak gestelde eisen aannemelijk heeft gemaakt dat zijn paspoort op frauduleuze wijze is verkregen.
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.
w.g. Steendijk
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vos
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 mei 2024
644-1020